Op reis met Nederlandse Kunstenaars

Andere culturen en landen inspireren. Kunstenaars verwerken reizen daarom vaak in het werk dat zij maken. Soms doet een verblijf in het buitenland ook terugverlangen naar Nederland. Voor Jan Cremer bijvoorbeeld, die Tulips 67-02 en Dutch Tulipfield nr. 5 schilderde in het befaamde Chelsea Hotel in New York, waar hij ging wonen na zijn succes met ‘Ik, Jan Cremer’ in 1964. De schilderijen in Hollandse traditie waren zijn bijdrage aan de Amerikaanse Pop Art. Ze zijn sinds vorig jaar onderdeel van de kunstcollectie van de provincie Overijssel en worden nu voor het eerst aan het publiek getoond.

Deze collectie wordt sinds het midden van de jaren ’90 beheerd en uitgebreid door Museum de Fundatie. Voor deze FUNDATIEfusions zijn kunstwerken geselecteerd van Nederlandse kunstenaars waarin een internationale kruisbestuiving zichtbaar is. Van de kosmopoliet Pieter Henket (1979) is de serie The Faces te zien. Deze Nederlandse societyfotograaf woont in New York en brak internationaal door met zijn portretfoto van Lady Gaga, die zij vervolgens voor haar albumcover gebruikte. The Faces bestaat uit 16 grote foto’s van acht mannen, afgedrukt op papier, door Henket verkreukeld en bewerkt met vochtige theezakjes.

Van de postmoderne beeldhouwer Alexander Schabracq, bekend om zijn sculpturen waarin hij de werkelijkheid en illusie vermengt, is Juego d’Azar (Spaans voor kansspel) tentoongesteld. Hierin combineert hij bestaande, vaak gevonden voorwerpen met kitsch en lampjes. Tenslotte zijn Henk Visch, Paul de Reus, Joost van den Toorn en Jef Diederen vertegenwoordigd. In hun werk zijn elementen uit niet-westerse culturen gecombineerd met de westerse modern-abstracte kunst.

Blijf op de hoogte