Explore the Fundatie Collection

Auguste Herbin studeerde twee jaar aan de Ecole des Beaux-Arts in Lille voordat hij in 1901 naar Parijs trok. Na een periode waarin hij schilderde in de felle kleuren en grove streken van de Parijse ‘wilden’, de Fauves, verdiepte hij zich in een stroming die vanaf 1909 de toon aan zou geven: het kubisme. Kunstenaars als Picasso, Braque, Gris, Gleizes en Delaunay gingen experimenteren met de ruimte in het schilderij. Alle vormen, maar ook de omringende ruimte, werden teruggebracht tot geometrische vlakken en volumes. Objecten werden tegelijkertijd vanuit verschillende gezichtspunten weergegeven. Veel van de activiteiten van de kubisten concentreerden zich rond het beroemde ateliercomplex Bateau-Lavoir, waar Picasso werkzaam was. Hier wist Herbin in 1909 ook een atelier te bemachtigen. Hij ontwikkelde een eigen, gematigde vorm van het kubisme, waarmee hij vooral in Nederland zeer geliefd werd. Zoals te zien in L’église à Saint-Souplet uit 1910 combineert hij het felle kleurgebruik van de Fauves met de geometrische abstrahering van het kubisme.Daarmee was hij een buitenbeentje want het palet van de koplopers in het kubisme, Picasso en Braque, bestond in dezelfde tijd vooral uit grijs, zwart, oker en aardetinten. Van een verregaande deformatie, zoals bijvoorbeeld bij Picasso, is in het kubisme van Herbin geen sprake. Hildelies Balk voor het Favorietenboek 2005. Literatuur Kraayenga 1992, p. 58, nr. 33 met afb. G. Claisse, Herbin. Catalogue raisonné de l’oeuvre peint, Lausanne 1993, p. 317. Kubistisch avontuur. Werk van Herbin, Metzinger en Tobeen in Nederlandse collecties, cat. Museum De Wieger Deurne / Frisia Museum Spanbroek, Zwolle 2003.

• hoogte: 54.0 cm
• breedte: 65.0 cm