Menu
Plan je bezoek
  • Vanaf: 28 april 2016
  • Tot en met: 18 september 2016
  • Locatie: Museum de Fundatie

WILDEN - Expressionisme van ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’

Onder de titels Wilden en Nieuwe Wilden presenteren Museum de Fundatie en het Groninger Museum vanaf 28 april 2016 een dubbeltentoonstelling gewijd aan het 20ste-eeuwse expressionisme in Duitsland. In Museum de Fundatie staat het expressionisme uit het begin van de eeuw centraal, het Groninger Museum toont het neo-expressionisme uit de jaren ’80. Meer dan een halve eeuw scheidt de beide bewegingen, toch is er bij alle verschillen een duidelijke gemene deler: artistieke vrijheid zonder compromis.

Artistieke conventies en academische regels werden ingeruild voor subjectieve ervaringen. In Duitsland manifesteerde het expressionisme zich aan het begin van de twintigste eeuw in het werk van leden van de kunstenaarsgroeperingen ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’. Met hun compromisloze visie veranderden kunstenaars als Alexej von Jawlensky, Wassily Kandinsky, Emil Nolde, Ernst Ludwig Kirchner, August Macke, Franz Marc en Max Pechstein voorgoed het gezicht van de moderne kunst. De expositie WILDEN - Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, toont met zo’n 100 werken het eerste grote museale overzicht in Nederland van Duitse expressionistische schilderkunst.

Niet de buitenwereld maar de binnenwereld, daar ging het de expressionisten om. Kunst als uitdrukking van emotie en innerlijke beleving.

De baanbrekende kunst van het expressionisme was de weerslag van sociale en wetenschappelijke veranderingen in de jaren vóór en vlak na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland. De oprukkende industrialisering, de explosief groeiende steden, de ‘ontgoddelijking’ van de samenleving – “God is dood”, zei Nietzsche –, de ontdekking van het onderbewuste en de opkomst van de psychoanalyse, alsook de ontwikkeling van de kwantummechanica en relativiteitstheorie zetten het vertrouwde mens- en wereldbeeld op zijn kop. Oude zekerheden vielen weg en een nieuwe, grotendeels (nog) onbekende realiteit diende zich aan. De unieke positie van de mens in de schepping werd betwijfeld. De expressionistische kunstenaars keerden zich tegen het materialistische vooruitgangsdenken, dat vooral zakelijk en rationeel was. Zij richtten zich voortaan op de geestelijke wereld die achter de materie schuilging en wilden de band tussen mens en natuur herstellen.

Erich Heckel, Windmüle bei Dangast, 1909, olieverf op doek

De expressionisten stonden kritisch tegenover het onpersoonlijke stadsleven en verheerlijkten de eenvoud van het platteland. Zogenaamd primitieve volkeren werden als de ware erfgenamen van het verloren paradijs tot voorbeeld genomen, zowel in leven als in kunst. Geen materialisme en burgerlijkheid, maar originaliteit en echt contact. In artistieke zin was het expressionisme een reactie op het inmiddels als gezapig betitelde impressionisme, dat – letterlijk – oppervlakkig werd bevonden door zijn focus op de buitenkant van de wereld. Kunstenaars van ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’, opgericht in respectievelijk in 1905 in Dresden en in 1911 in München, hielden zich juist bezig met het innerlijk en met de oorspronkelijke, geestelijke eenheid van mensen, dieren en planten. Zij wilden niet de optische realiteit weergeven, maar de subjectieve ervaring van de mens in zijn natuurlijke omgeving. Bevrijd van de noodzaak zich te houden aan de werkelijkheid zochten de Duitse expressionisten naar alternatieve methoden om hun visie uit te dragen. Ongekend felle kleuren en krachtige vormen werden de dragers van ideeën en emoties. Nolde, Kirchner, Pechstein en andere leden van ‘Brücke’ bleven bij alle stilering vasthouden aan de herkenbaarheid van hun onderwerpen. Leden van ‘Der Blaue Reiter’, met name Jawlensky en Kandinsky, voerden hun streven naar vergeestelijking daarentegen zo hoog op dat zij de materiële wereld oplosten in een volledig voorstellingsloos beeld. Zodoende stonden zij mede aan de basis van de abstracte kunst.


Ernst Ludwig Kirchner, Jonge meisjes op Fehmarn, olieverf op doek

NIEUWE WILDEN (te zien in het Groninger Museum)

Duits neo-expressionisme uit de jaren '80, 30 april t/m 23 oktober 2016
Zo brutaal en heftig als de punk ooit de wereld van de popmuziek opschudde, zo manifesteerde het ‘neo-expressionisme’ zich in de wereld van de beeldende kunst. De internationale kunst werd in de jaren zestig en zeventig gedomineerd door abstracte en conceptuele tendensen, en bijna niemand had verwacht dat de figuratieve, expressionistische schilderkunst met zo’n grote kracht terug zou komen. Dat gebeurde wel, in meerdere landen tegelijk, en nergens op zo’n brede schaal als in (toenmalig West-) Duitsland. Daar ontstonden in diverse steden levendige centra waar jonge kunstenaars in wisselwerking en competitie met elkaar rauwe, provocerende en humoristische schilderijen maakten. Sommigen werden daarbij direct geïnspireerd door het historische Duitse expressionisme, anderen beoefenden met onverholen sarcasme de zogenaamde ‘bad painting’. Het Groninger Museum was een van de eerste musea in Nederland die dit soort kunst op grote schaal verzamelde. Nieuwe Wilden, met werk van o.a. Walter Dahn, Martin Kippenberger, Helmut Middendorf, Ina Barfuss, Peter Bömmels, Werner Büttner, Albert Oehlen, Bettina Semmer, Volker Tannert, Thomas Wachweger en Bernd Zimmer, werd oorspronkelijk samengesteld door het Städel Museum in Frankfurt en geeft voor het eerst een samenhangende terugblik op dit fenomeen.

Meer over 'Nieuwe Wilden'


  • Vanaf: 28 Apr 2016
  • Tot en met: 18 Sep 2016
  • Locatie: Museum de Fundatie

Bekijk ook deze tentoonstellingen