Menu
Plan je bezoek

Museum de Fundatie verwerft Portret van Bruno Alexander Roscher (1915) van Otto Dix

Museum de Fundatie heeft recent op een veiling in Berlijn een schilderij van de belangrijke Duitse schilder Otto Dix verworven. Het gaat om een beeltenis van een officier, Bruno Alexander Roscher, uit 1915 (olieverf op karton 67 x 50,5 cm). Het is – voor zover bekend – het enige schilderij van Otto Dix in een Nederlandse museumcollectie en is verworven met steun van de Vrienden Loterij.


Otto Dix, Portret van Bruno Alexander Roscher, 1915, olieverf op karton, 67,2 x 50,7 cm, collectie Museum de Fundatie Zwolle en Heino/Wijhe, verworven met steun van de VriendenLoterij.

Otto Dix (1891, Gera-Untermhaus – 1969, Singen) wordt gezien als één van de meest toonaangevende Duitse schilders van de eerste helft van de 20ste eeuw. Hij werd vooral bekend dankzij zijn onbarmhartige, directe weergave van het strijdtoneel van de Eerste Wereldoorlog en van het leven in de republiek van Weimar met zijn paradijsvogels, prominenten en prostitués. Ook was Otto Dix kortstondig lid van Berlijn Dada. In de jaren dertig van de vorige eeuw werd zijn kunst door de Duitse Naziregering Entartet verklaard, waarop Dix zich terugtrok op het platteland nabij de Bodensee. Na de oorlog werd Otto Dix weer omarmd en gevierd in zowel de Bondsrepubliek als in de DDR. Zijn werk is in belangrijke museumcollecties over de hele wereld opgenomen, zoals die van het MOMA in New York, het Centre de Pompidou in Parijs en de Nationalgalerie in Berlijn. 

Otto Dix genoot een klassieke opleiding aan de Kunstacademie in Dresden, waar Albrecht Dürer als het grote voorbeeld gold. In eerste instantie schilderde Dix met dezelfde gedetailleerdheid, tot hij werd gegrepen door het expressionisme van Van Gogh en zijn stijl ruiger en directer werd. In dezelfde periode brak de Eerste Wereldoorlog uit en meldde Dix zich vrijwillig voor het front. Hij werd getraind tot kanonnier en mitrailleurschutter in een regiment in Dresden. Daar ontmoette hij de instructieofficier Bruno Alexander Roscher, wiens portret hij in 1915 schilderde in ruil voor drie vrije dagen. Dit schilderij is decennialang in bezit van de familie Roscher geweest, zonder dat dit buiten hun kring bekend was. Dat veranderde toen zij zich in 1991 bij Nationalgalerie Berlijn meldden, tijdens de voorbereidingen van een grote Dix overzichtstentoonstelling in het kader van zijn 100ste verjaardag, aldaar. Het schilderij werd voor het eerst gepubliceerd in de catalogus die deze tentoonstelling begeleidde.

Portret van Bruno Roscher Alexander toont het grote observatievermogen, het stevige gevoel voor de karikatuur en de ragfijne techniek van Otto Dix. Door het realistische karakter is het portret atypisch voor deze expressionistische periode van Dix, alhoewel die wel zichtbaar is in de ruige achtergrond en nimbus. Het werk kan, dankzij de overtuigende, sardonische weergave van de geportretteerde, gezien worden als een inleiding op het psychologiserende, cartooneske werk waarmee Dix in de jaren ‘20 en ‘30 van de vorige eeuw zoveel lof oogstte. Het schilderij is een fantastische prelude op de wereldberoemde Dixiaanse portrettengalerij van Heinrich George, Sylvia von Harden en Anita Berber.

In Museum de Fundatie wordt het Portret van Bruno Alexander Roscher getoond in verbinding met het werk van Dix’ Berlijn Dada kompanen George Grosz, John Heartfield en Paul Citroen, en in de nabijheid van Franz Marc, Marc Chagall en Neo Rauch.